line

Dijkmeting met UDSO telemetrie

Dijkmeting met UDSO telemetrie Terug naar overzicht

Theorie en praktijk op de dijk

Dijkmeting met UDSO telemetrie, inspectie op de dijk.

Het gras ligt plat op de dijk langs het Noordzeekanaal, zo hard waait het. Net buiten Beverwijk parkeert ingenieur Jordy Kames zijn oude Peugeot langs de ventweg, om even later hollend de provinciale weg over te steken. Hij gaat kijken bij een meetbuis in de dijk. Al een jaar houdt hij zich bezig met inspectie van deze waterkering. “Zorgen dat iedereen droge voeten houdt in de polder.”

Kames is geotechnisch adviseur bij HHNK. HoogHeemraadschap beheert het gebied van Texel tot aan de noordzijde van het Noordzeekanaal.jordy-kames-150x150

Kames inspecteert waterkeringen, dijken, door te berekenen hoe groot of klein de kans is dat ze het niet meer houden. “Aan het eind van het rekenproces volgt nog de inspectie door de dijkbeheerder”, legt hij uit. “Die let bijvoorbeeld op droogtescheuren, verzakkingen en hoe de dijk eruit ziet. Uiteindelijk komen we samen tot een advies. Dus berekening en waarneming, theorie en praktijk.”

Kames is verantwoordelijk voor het hele stuk, vanaf de Nauernase Polder tot aan Zijkanaal A in Beverwijk. “En dat is weer een klein deel van alle regionale waterkeringen van het hoogheemraadschap. In totaal inspecteren we duizend kilometer dijken en waterkeringen. Voor 2016 verbeteren we circa 110 kilometer binnen het programma Verbetering Boezemkades. Daarvan is al 53 kilometer klaar”‘, zegt hij. “We zijn met de meest verdachte stukken zijn begonnen.”

De dijk tussen Nauerna en Beverwijk ziet er op het oog prima uit. Daar verwacht Kames dan ook geen ‘rariteiten’. Toch ondergaat het dijkvak dezelfde keuring als elke andere regionale waterkering. Dat is een tijdrovend karwei en nog best lastig uit te leggen ook.

Een dijk zorgt ervoor dat de mensen in laaggelegen delen van het land (polders bijvoorbeeld) droge voeten houden. Tegelijkertijd is een dijk niet waterdicht, het water stroomt er doorheen. “Een dijk zorgt voor het juiste verhang in het grondwater”, zegt Kames. “Het peil daarvan in de dijk meten we door middel van meetbuizen. Het grondwaterpeil schommelt, onder andere door seizoensinvloeden en grote hoeveelheden neerslag. Tussen Nauerna en Beverwijk staan vijf meetinrichtingen. Die sturen continu gegevens door naar het kantoor.”

Verder worden boringen en sonderingen verricht om de samenstelling van de bodem vast te stellen. “Het grootste deel van de dijk langs het Noordzeekanaal bestaat uit grond die bij de aanleg van het kanaal vrijkwam. Maar er zitten ook andere bodemtypen onder. Klei, veen, tot op een diepte van een meter of acht kan de bodem effect hebben op de gesteldheid van de dijk”, vertelt hij. “Natuurlijk kijken we ook gewoon naar hoe de dijk eruit ziet. Hoe hoog hij is, hoe breed, daar zijn allemaal eisen voor. Tot slot voeg ik al die gegevens samen en op basis daarvan maak ik diverse berekeningen. Met behulp van deze berekeningen kan worden bepaald of de dijk bepaalde maatgevende situaties kan weerstaan. De norm is daar ook op gebaseerd maar ook of er slachtoffers kunnen vallen en wat de economische schade van een overstroming zou zijn.”

Intussen vaart een tanker van een meter of honderdtachtig over het Noordzeekanaal. Er hangt een sleepboot achter die het schip afremt. “Kijk, als zo’n schip tegen de dijk aan zou varen, dan heb je gewoon een probleem. Een echt veilige dijk bestaat in die zin niet. De dijk is zo veilig als wij met zijn allen in onze normen aanvaarden.”

Het Hoogheemraadschap probeert als er maatregelen nodig zijn, dit zoveel mogelijk in samenspraak met eigenaars en gebruikers van aanpalend land te doen. “Die mensen weten nu eenmaal meer over de situatie op hun eigen land dan wij”, zegt woordvoerder Ramona Smak, eveneens van het hoogheemraadschap. “Soms is het nodig een dijk op te hogen. Soms echter moet er een steunberm tegenaan”, zegt Kames. “Dat doen we als er gevaar op afschuiven van de dijk is. Soms levert dat lastige situaties op, zoals in de dichtbevolkte Purmer waar je letterlijk in de achtertuinen werkt. Samenspraak met omwonenden is dan essentieel.”

‘Eén man, één polder en één gemaal, dag en nacht in touw’

Terwijl Kames bij het gemaal Wijkermeer uitleg geeft over meetbuizen, meetgegevens en geavanceerde technieken, komt Jan Hoeve aangewandeld. Veertig jaar lang werkte Hoeve op het gemaal en in de achtergelegen polder. Hij woont er nog steeds naast. “Ik was echt in dienst van polder Wijkermeer”, vertelt Hoeve terwijl hij met een schuin oog naar de mappen en tekeningen van Kames kijkt. “Eén polder, één gemaal, één man. Zo was dat. Dag en nacht in touw, alles ging nog handmatig. Tegenwoordig zet je met je mobieltje vanuit IJmuiden een gemaal in Den Helder aan”, snuift hij.

“Per 1977 gingen meer dan dertig waterschappen samen in één groot waterschap Het Lange Rond”, vertelt hij. “En nog later, in 2003 werd het nog groter, toen fuseerde alles tot HHNK. Ik heb er nooit wat van begrepen, al dat gefuseer. Het werk van ambtenaren. Dat is ‘t.”

“Mensen als Hoeve hebben enorme kennis van de waterhuishouding in hun gebied”, zegt Kames even later. “Heel waardevol is dat. Aan de andere kant beheren we tegenwoordig met drie mensen een gebied dat in zijn tijd door vijftig man beheerd werd.”

Terug naar overzicht Heeft u een vraag of wilt u meer
informatie? Bel: 0227-57 0260

© Copyright 2024 Vlaar Techniek - All Rights Reserved

Ontwerp en realisatie: Tmpldesign